Afgelopen december kreeg ik van de Goedheiligman voor een vermogen aan boekenbonnen die ik spendeerde aan ‘Boud. Het verzameld leven van Boudewijn Büch’, ‘Het geluk van de wolf’ en ‘De jongen, de mol, de vos en het paard’.
Over die laatste is veel gezegd en geschreven en als ik de reacties kort kan samenvatten is de ene kant van het spectrum morrend teleurgesteld en de andere kant opgetogen lyrisch. Ik behoor tot die laatste categorie.
Gisteravond, na een dag ploeteren op mijn nieuwe boek Tossa en voortdurend reminders sturen om de crowdfunding onder de aandacht te houden, besloot ik mijn laptop dicht te klappen en mijn telefoon weg te leggen. Ik ging in bad liggen met het boek ‘Het gewicht van de woorden’. Tergend traag, maar heel goed geschreven. Het waren de laatste pagina’s en na een halfuurtje was het boek uit.
Tijd voor nieuwe kost. Ik toog naar bed met ‘De jongen, de mol, de vos en het paard’ die al een tijd op mijn nog-te-lezen stapel lag. Geschreven en getekend door de Britse Charlie Mackesy en naar het Nederlands vertaald door Arthur Japin. En al vanaf de eerste pagina… nee, al vanaf de cover, de rug en de achterflap pakte dit boek me.
Zoals een goed boek betaamt, herken je je in de personages. Of in de zinnen, de filosofieën en de ogenschijnlijk simpele wijsheden die ondanks hun simpelheid (je) in de kern raken. De tekeningen zijn net zo. Simpel, geschetst, soms enkel met pen getekend, soms geaquarelleerd, maar prachtig en tekenend.
‘Ik ben zo klein,’ zei de mol. ‘Ja,’ zei de jongen, ‘maar je maakt een groot verschil.’
En misschien pakt het me zo omdat ik het projecteer op hoe ik me op dit moment voel. Hoe ik tegenover de crowdfunding sta. Want eerlijk… ik vind het niet fijn. Ik vind het doodeng. Het maakt me kwetsbaar. Het is een project in alle openheid waar iedereen kan zien of je slaagt of faalt. Of je de gevierde crowdfund schrijver slash uitgever wordt of en public op je muil gaat.
‘Wat lijkt jou de grootste tijdverspilling?’ ‘Jezelf met anderen vergelijken,’ zei de mol.
Want ik wil ertoe doen. Ik wil een verschil maken. Als schrijver en als mens. Dat vertaalt zich in dit specifieke geval in een schaamteloze ambitie om van Tossa een bestseller te maken. Omdat ik wil dat het gelezen wordt, omdat ik wil dat het mensen laat wegdromen, aan het denken zet, laat lachen en laat huilen.
Dat het andere schrijvers wel lukt door te breken, is niet goed voor mijn zelfvertrouwen. Want wat doe ik fout? Waar ligt het aan? Niet aan de kwaliteit van mijn werk, dat durf ik wel te zeggen. Maar… ‘Ssst nu,’ zou de mol waarschijnlijk zeggen. ‘Jezelf met anderen vergelijken is een verspilling van je waardevolle tijd.’
‘Een van onze grootste vrijheden is hoe we op dingen reageren.’
Na de eerste week van de crowdfunding reageerde ik zoals ik ben: eigenwijs, impulsief en temperamentvol. Een reactie op het stagneren van de donaties en reserveringen. Ik had er een hard hoofd in dat het nog ging slagen, sprak dit uit tegen een aantal mensen en kreeg de wind van voren. Niet opgeven, maar doorgaan en alles geven wat in je macht ligt. Je hebt een keuze.
Er zijn nog een paar dagen te gaan tot het project sluit. Er moet minimaal 80% van het streefbedrag gehaald worden om Tossa ook daadwerkelijk uit te kunnen geven en dat kan ik niet alleen…
‘Wat is het moedigste dat je ooit hebt gezegd?’ vroeg de jongen. ‘Help,’ antwoordde het paard.
Dus, wil jij me helpen van Tossa een succes te maken door het boek nu vast te reserveren via Voordekunst?